Ik stap Scheltema binnen met, net als altijd, de intentie om minimaal één boek te kopen. Ik raak kaften aan, bewonder de thema’s waarop boeken gegroepeerd zijn (boeken over katten uit Japan) en probeer te ontrafelen welk boek een andere bezoeker aan het bestuderen is. Ik bedenk me wat voor persoon dat zou zijn, en waarom hij de boeken kiest die hij kiest.
Ik heb kort geleden besloten dat ik meer op mijn uitgaven moet letten, omdat ik onlangs letterlijk geld heb verspild. Ik had net zo goed een paar briefjes in stukjes kunnen scheuren en in de gracht kunnen gooien. Ik kan me dus geen boek veroorloven en ik heb nog vijf boeken die ik wil lezen dus verander ik mijn instelling: ik móet geen boek kopen. Het maakt me alleen al een beetje gelukkig om in de boekenwinkel te zijn, titels te lezen, ideeën op te doen.
Als ik een leuk boek zie liggen, open ik de bibliotheek-app en reserveer ik het boek. Ondertussen leg ik stapeltjes boeken recht en denk aan de mensen die de bovenste boeken oppakken, er in bladeren, en ze scheef op de stapel terugleggen. Ook al koop ik geen boek en ben ik daarmee misschien medeschuldig aan de ondergang van boekenwinkels, door de boeken recht te leggen vertel ik mezelf dat mijn komst in deze winkel eigenlijk onmisbaar is. De werknemers hebben hier natuurlijk geen tijd voor. Zij moeten al die mensen helpen die de boeken scheef terugleggen en aan de kassa komen met titels als ‘Hoe ruim ik mijn leven op’.

Ik weet niet waarom ik zo graag in boekenwinkels kom. Ik denk de opzet, de strakke indeling: op een tafel liggen tien exemplaren van eenzelfde boek, netjes opgestapeld, met de bovenste rechtop die de aandacht moet trekken. De boekenkasten zijn geordend op genre, en dan op auteur. Ik zie in één oogopslag welke delen van de boekenwinkel ik kan vermijden. Bij sommige delen sta ik even stil en bij elke titel die ik al heb gelezen voel ik een klein gevoel van trots. Het gaat nog niet eens om alle verhalen die zich schuilhouden in de boeken.
Wel om de rust, de wijsheid die andere mensen uitstralen terwijl ze tussen de kasten door slenteren. Iedereen is op zoek naar een investering in wat tijd voor zichzelf. Deze mensen kopen een boek om straks thuis rustig op de bank zich af te zonderen van de wereld. Het troost me ergens.
Ik lees boeken trouwens maar één keer, dus waarom zou ik ze kopen? Ze nemen alleen maar ruimte in, waardoor er minder plek is voor rust in mijn eigen huis. En ik kan mijn boeken thuis nooit zo mooi ordenen als in een boekenwinkel. Dus bezoek ik af en toe een boekenwinkel, bewonder ik de kaften, de mensen en leg ik een paar boeken recht.